Palmer
Uit: Alan Palmer: Napoleon in Rusland, 1969. pag. 27, 28 en 29.
Op zondag 21 juni om tien uur 's morgens arriveerde Napoleon, overdekt met stof, bij een jachthut in een onregelmatig gebouwd dorp van riethutten aan de rand van een dennenbos. De Polen noemden die plaats Wilkowiszki, maar Napoleon in zijn brief aan de keizerin kon het niet verder brengen dan 'Wicowiski'. Daar vertoefde hij tussen de 60.000 man van Davouts Eerste Legerkorps, die de voorhoede moesten vormen voor het invalsleger. Bij Wilkowiszki was Napoleon iets meer dan vierhonderd mijl van St. Petersburg vandaan en vijfhonderd mijl van Moskou. Hij had reeds duizend mijl gereisd sinds hij zes weken tevoren Saint Cloud verliet. 's Maandags dicteerde hij in een zomerpaviljoen, dat overschaduwd werd door hoge populieren, een proclamatie die op de avond van de 24e juni voorgelezen moest worden aan alle eenheden van de Grande Armée, met uitzondering van de Pruisische en Oostenrijkse contingenten. Al het oude vuur laaide er in; de overwinningen van het recente verleden werden opgeroepen als een belofte van overwinning in de nieuwe kruistocht en de verantwoordelijkheid voor de oorlog werd plechtig afgeschoven op de perfide Russen.